XVI - Verkeren in het verkeer

5 augustus 2017 - Ho Chi Minh City, Vietnam

In Zuidoost Azië verschilt het per land aan welke kant er wordt gereden. In Thailand chauffeert men bijvoorbeeld aan de linkerkant van de weg en in Cambodja doet men dat aan de rechterzijde. Dus rijdt men rechts of links in Vietnam? Ja. Officieel rijdt men aan de rechterkant, maar dat weerhoudt niemand er van om ook rustig aan de linkerkant van de weg te gaan rijden. De hoeveelheid spookrijders is hier ongekend, ik ben er zelfs al een paar tegen gekomen op de oprit van een snelweg(!). Het is slechts één van de vele fenomenen die het Vietnamese verkeer rijk is waar je in Nederland je rijbewijs voor in mag leveren terwijl hier niemand er raar van opkijkt. Nou ja, ik dan, maar ook steeds minder. Als westerling heb ik natuurlijk een cultureel gekleurde bril waardoor ik de rest van de wereld beschouw. Daar ben ik mij van bewust. Ik probeer dan ook zo goed en zo kwaad als het gaat die bril af te zetten als ik de dingen hier in Vietnam bezie. Op die manier tracht ik zoveel mogelijk vooroordelen en stereotypen te voorkomen. Eén van die vooroordelen is dat Aziaten niet kunnen rijden. Nou ga ik hier niet beweren dat dat klopt, de Vietnamezen hebben echter geen greintje bewijs voor het tegendeel geleverd. Vietnamezen zijn serieus waardeloze chauffeurs. Stuur rustig een keer de crew van Wegmisbruikers een middagje Saigon in, dat levert zonder twijfel genoeg beeldmateriaal op voor een volledig nieuw seizoen. Het lijkt wel alsof het verkeer een opzichzelfstaande anarchie is, niets is echter minder waar.

Ter mijner leeringhe ende uwer vermaeck heb ik de verkeerswet van Vietnam zoals die geldt sinds 1 juli 2009 letter voor letter doorgenomen. Vrije tijd, wat een zegen. Voordat ik die echter gevonden had kwam ik een forumpost tegen van iemand die het verkeer hier zo treffend wist samen te vatten dat ik, los van het vertalen, het hier maar letterlijk overgenomen heb:

De regels zijn als volgt:

1.      Er zijn geen regels

2.      Officieel rijdt men aan de rechterkant van de weg maar de linkerkant en het midden zijn ook oké. Een éénrichtingsstraat de verkeerde kant op nemen is ook geen probleem en in geval van nood kan je ook gewoon over de stoep rijden.

3.      Op kruispunten: luid toeteren, sluit je ogen en geef gas.

Het enige wat ik hier aan toe te voegen heb is de ‘right of way’. Voorrang is gebaseerd op de grootte van het voertuig, een bus heeft dus aanmerkelijk meer te zeggen in het verkeer dan een scooter. Verkeersregels lijkt men verder niet zo veel om te geven. Zolang je echter het mantra ‘verrekte goed opletten en zorgen dat je niks raakt’ aanhoudt, zit je meestal wel goed. Desalniettemin heeft iemand dus wel de moeite genomen om een verkeerswet te schrijven. Helaas voor hem heeft niemand het echter gelezen. Tot nu. In willekeurige volgorde neem ik tien regels met u door.

De regels

1. Gij zult niet bezopen op de motor klauteren.

Een volstrekt logische regel die ik volledig kan onderschrijven. De toegestane hoeveelheid alcohol in je lichaam is trouwens net als in Nederland 0,5 promille. Er wordt in dit geval ook daadwerkelijk gecontroleerd. ’s Avonds laat heb ik wel eens agenten met een blaasapparaat gezien. Dat mag ook wel. Drunk driving is hier een behoorlijk probleem en niemand schijnt deze regel gek genoeg heel serieus te nemen. Men stapt behoorlijk beschonken nog gewoon op de motor in plaats van een taxi te bestellen. Dat vind ik dan weer bezopen.

2. In de auto dienen bestuurder en bijrijder een gordel te dragen.

Dat betekent dat de rest van de mensen in de auto dat dus niet hoeft. Vraag me niet waarom. Het verklaart echter wel waarom meestal de gordels in taxi’s onvindbaar zijn op de achterbank. Zo’n typisch halve maatregel dit, heerlijk.

3. Bij het inhalen dient er een lichtsignaal of geluidsignaal gegeven te worden.

Twee dingen. Eén. Doordat er constant wordt ingehaald, zeker op de motor, houdt, wederom, niemand zich aan deze regel. Twee. Het weerhoudt niemand ervan om constant te tüteren. Je wordt er simpel van. En doof.

4. Gelieve tussen 22:00 en 05:00 met uw fikken van de claxon af te blijven.Blog 16 - Avondspits

Schappelijke regel dunkt me, en ik vond het ook wel fijn om te merken dat ik niet de enige ben die het constante getoeter irritant vindt. En door deze regel kan men ’s nachts tenminste slapen in Saigon. Het is in deze periode ook iets rustiger op de weg wat de noodzaak enigszins wegneemt. En met iets rustiger bedoel ik net zo rustig als de A2 op een doordeweekse dag.

5. Bij het afslaan dient men af te remmen en richting aan te geven.

Deze regel moest ik even twee keer lezen, maar het staat er echt. Als er iets is in Vietnam wat categorisch door de gehele bevolking wordt genegeerd, dan is het deze regel wel. Net voor een afslag ingehaald worden om vervolgens eens te kijken hoe hard je kan remmen omdat de inhalende persoon je afsnijdt, uiteraard zonder richting aan te geven, om de afslag nog te halen is eigenlijk dagelijkse kost. De hoeveelheid ontwijkende acties die ik heb uitgevoerd omdat een Vietnamees midden op het kruispunt, zonder knipperlicht te gebruiken, nog eens besloot om af te slaan kon ik na de eerste dag al niet meer tellen. In je flank gereden worden omdat, hoe raadt u het, een Vietnamees afslaat zonder richting aan te geven, is heel normaal hier. En heb je trouwens zelf een local achterop die fungeert als real life TomTom, dan wachten ze ook rustig tot het laatste moment om te zeggen dat je af moet slaan. Hoewel ik mij in Saigon erg vermaak is dit toch wel één van mijn grootste frustraties hier.

6. Je motor op de stoep parkeren is niet verboden.

Er zijn een boel plaatsen waar je niet mag parkeren, de stoep is daar niet één van. Dit gebeurt dus ook massaal. Tenzij men de stoep gebruikt als extra rijbaan. Hoewel het één het ander niet uitsluit. Dit land zit nogmaals vol avonturen. Als voetganger trek je in het verkeer in elk geval altijd aan het kortste eind en dat maakt 100 meter wandelen al een belevenis. Mocht je hier de toerist uit gaan hangen, veel plezier, maar kijk wel goed uit als je oversteekt.

7. Per scooter mag er slechts één passagier mee.

Dus één bestuurder en één passagier. Dat zijn twee mensen. Na het lezen van deze regel begon ik direct, bevooroordeeld als ik ben, aan het wiskundige inzicht van een boel Vietnamezen te twijfelen. Voor de duidelijkheid, er komen wel eens meer dan twee personen op een scooter voorbij. Ik bleek echter weer eens te spoedig in mijn oordeel. Er zijn namelijk een aantal uitzonderingen op deze regel, die het maximum aantal passagiers tot twee verhogen:

·        Het vervoeren van mensen die spoedeisende hulp nodig hebben;

·        Het escorteren van een persoon die een illegale handeling heeft verricht (het staat er echt);

·        Het vervoeren van kinderen onder de 14 jaar.

Er zijn dus gewoon heel veel Vietnamezen die ziek of gewond zijn, een criminele achtergrond hebben en/of er veel ouder zien dan ze daadwerkelijk zijn. Mijn verontschuldigingen. Het ligt waarschijnlijk ook aan mij dat ik geen uitzonderingen heb gevonden voor drie of meer passagiers per scooter.

8. Bellen tijdens het rijden ist verboten.

Blog 16 - PonchoNet als het gebruik van paraplu’s. Dat u het even weet. Eerlijk is eerlijk, als het je lukt om hier te bellen in het verkeer vind ik dat best knap. Onverantwoord, maar wel knap. Handsfree bellen gebeurt hier ook, al is het voor zover ik kon achterhalen niet legaal. Dat houdt trouwens ook niet veel meer in dan je mobiel onder je helm drukken zodat hij blijft zitten. Het gebruiken van een paraplu op de scooter is echter onmogelijk, dus niemand doet dat. Iedereen is massaal aan de poncho. Het zit voor geen meter, de helft van je lichaam wordt nog steeds nat en je ziet niks meer in je spiegels maar het is nét iets beter dan volledig doorweekt op de plaats van bestemming aankomen.

9. Motorrijders mogen andere voertuigen niet duwen en trekken of omvangrijke objecten vervoeren.

Een regel waar grappig genoeg de meesten zich wel aan houden. Het eerste deel dan. Al heb ik Gijs wel geduwd toen zijn scooter het niet deed. Ik ben ook niet foutloos. Het tweede deel van deze regel is echter aan dovemans oren gericht, dat krijg je van al dat getoeter hier.

10. Motoren mogen niet naast elkaar rijden.

De geest van de letter is in deze dat men niet als duo de stroom van het verkeer mag blokkeren door langere tijd naast elkaar te blijven rijden. In de drukte van de stad is dit vrijwel ondoenlijk maar ik zie het ook buiten de stad nauwelijks gebeuren. Maar ja, waarom zou je naast elkaar rijden als al je vrienden en hun vrienden op één scooter kunt vervoeren.

Persoonlijke ervaringen

Laat ik even heel eerlijk zijn, ik ben geen groot fan van het Vietnamese verkeer. Het is gevaarlijk, luidruchtig en oncomfortabel. Mijn ervaringen zijn door de loop van de tijd wel wat anders geworden, voor mijzelf heb ik drie fases kunnen onderscheiden. In de eerste fase was ik voornamelijk onder de indruk. Onder de indruk van de enorme hoeveelheid weggebruikers op een kleine oppervlakte asfalt, van de schier onophoudelijk stroom van verkeer en van de vrijheid door het gebrek aan handhaving van verkeersregels. Het advies komt wel eens voorbij dat je eerst eens een maand bij Ubers chauffeurs achterop de motor moet om het verkeer te ervaren. Niet gedaan, maar ik snap wel waar het advies vandaan komt. De tweede fase was frustratie. Er wordt hier serieus slecht gereden en rijden is hier is gewoon riskant. Om de risico’s een klein beetje te beperken dient men voordat je deel mag nemen aan het verkeer in Vietnam een rijbewijs te halen. Het examen kent twee delen, een theoriegedeelte en een praktijkgedeelte. Zeker om het theoriedeel moest ik lachen, na het doornemen van de regels heb ik moeite om mij voor te stellen dat dit erg serieus wordt genomen. Het praktijkgedeelte is echter wel zeer gedegen. Gijs heeft dit gedaan om zijn rijbewijs te krijgen, het bestaat uit een achtje draaien. Helemaal mooi is als je daar niet bij omvalt. Daarna kan je veilig aan het verkeer kunt deelnemen, zo is het idee. Juist. De derde fase van mijn verkeerservaring is te omschrijven als een fase van onverschilligheid. Het is normaal om een paar keer dag bijna een ongeluk te hebben. Je went eraan en kan er zelfs om lachen. Een beetje morbide, maar zo reageer ik daar blijkbaar op. Het maakt je ook wat minder chagrijnig over het verkeer, ook wel fijn.

De verkeerssituatie in Vietnam en meer specifiek Saigon was op zich grappig geweest in zijn absurditeit als de consequenties niet zo groot waren. Volgens de WHO stierven er in 2013 22.415 in Vietnam ten gevolge van een verkeersongeval. Gecorrigeerd voor inwonersaantallen is dat 7 keer zoveel als in Nederland. Dat viel me eerlijk gezegd nog mee, terwijl het er meer dan 60 per dag zijn. Wel moet erbij worden vermeldt dat niet elke dodelijk ongeval hier gerapporteerd schijnt te worden en dat bovendien ongelukken met letsel niet bij deze cijfers inbegrepen zijn. Ter bevordering van de veiligheid is het rijden met een helm is weliswaar verplicht, andere beschermende kleding niet. Dat is het in Nederland ook niet het geval maar daar wordt, toegegeven ook door de lagere temperatuur, veel meer met volledige bescherming gereden. De helmen in Vietnam zijn daarbij ook nog eens van belabberde kwaliteit. Mijn helm kostte hier $25 en ik draag hem voornamelijk om niet te worden aangehouden door de politie. Mijn helm thuis kost ruim 10 keer zoveel. Dat mensen in Vietnam niet meer op hun veiligheid of die van anderen letten, kinderen dragen hier bijvoorbeeld nooit een helm, ik snap het niet. Het is volgens mij namelijk meer een kwestie van wanneer je ongeluk krijgt dan óf, met alle gevolgen van dien.

Er is dan ook nog eens een totaal gebrek aan verkeersinzicht. Voorsorteren is een woord dat niet lijkt te bestaan in het Vietnamees. Met enige regelmaat schiet mij een quote binnen van de commentator van de Rookie cup op het TT-circuit in Assen enkele jaren geleden: “De coureurs rijden kuip aan kuip, niet gehinderd door enige kennis van de ideale lijn”. Ik hoef u waarschijnlijk niet uit te leggen dat niet alle coureurs die in die race startten de finishvlag hebben gezien. En zo ook gaat het in Vietnam wel eens mis of nét goed. Het voorkomen van een botsing wil echter niet altijd het voorkomen van lichamelijk letsel betekenen. Vietnamezen vind ik over het algemeen hele aardige, gastvrije mensen. In het verkeer moet ik echter na een uitermate lompe actie nog wel eens tot tien tellen om verdere escalatie te voorkomen. Ik ben niet de enige met die behoefte, zo blijkt uit de vele road rage filmpjes die voorbijkomen. Of de schermutselingen langs de weg die Gijs en ik hebben mogen aanschouwen. Ik houd het bij wat toeteren en heel boos naar diegene kijken. Als ik echter met zonnebril, helm en smogmasker rijdt, sorteert dat bijzonder weinig effect.

Dan nog een paar andere dingen

Blog 16 - Einde wegEen paar zaken die ook niet onbenoemd mogen blijven. Het wegdek: slecht. Vrijwel overal. Officieel draagt de overheid hier verantwoordelijkheid voor maar die mag het ook uitbesteden aan lagere overheidsinstanties. Ik heb de indruk dat bij gebrek aan actie vanuit deze instanties soms ook gewoon de plaatselijke bewoners wat gaten vullen, gezien de afzettingen die uit plantenbakken bestaan. Of de weg houdt opeens simpelweg op. De bewegwijzering is niettemin goed te volgen. In de stad dan, daar buiten staan er nauwelijks borden. En plaats- en wijknamen kan ik niet volgen, maar dat is meer mijn probleem. Wat wel lastig is, is dat als er omleidingen zijn (het zijn er nogal wat i.v.m. bouwprojecten in Saigon), dan staat er een tamelijk volledige uitleg bij over het hoe en wat en hoe men om dient te rijden, veel tekst in ieder geval. Maar in het Vietnamees, dus ik doe maar wat en het komt meestal goed.

Dan wil ik tot slot de verkeerslichten niet onbelicht laten. Ze gebruiken hier namelijk het briljante systeem dat er een timer naast zit die aangeeft hoeveel seconden het nog groen of rood is. Daar ben ik oprecht over te spreken. Je kan bij rood je motor uitzetten als het nog lang duurt en je kan rustig door groen rijden zonder bang te zijn dat hij zo op oranje/rood springt. Wat oranje betreft geldt ruwweg dezelfde regels als in Nederland, alleen doorrijden als je niet meer kan stoppen. Oranje duurt hier altijd 3 seconden. En iedereen weet dat. Dat resulteert er in dat men 3 seconden voordat het licht op groen springt al begint te rijden. En gek genoeg rijdt iedereen ook nog drie seconden door als het licht al op rood is gesprongen. Dat betekent dat er per lichtwisseling dus altijd de ‘6 seconds of death’ zijn waarbij iedereen zich lukraak over het kruispunt begeeft. Dat is een alom bekend begrip in Saigon. En dan heb je ook nog stoplichten voor specifiek motoren, net zoiets als de bus stoplichten in Nederland. Met dit verschil dat een andere richting gerust groen kan hebben en je dus twee verkeersstromen hebt die zich met elkaar vermengen, met wederom alle overzichtelijke gevolgen van dien.

Resumé

Is het dan echt alleen maar kommer en kwel in het Vietnamese verkeer? Nee. Hoewel ik geen groot fan ben zijn er ook zeker genoeg leuke momenten. Met 50 of meer motoren voor het stoplicht staan om met z’n allen tegelijk gas te geven en een oorverdovend kabaal te maken geeft mij de ervaring alsof ik start in een MotoGP race. Erg leuk, zeker als je probeert om dan zo snel mogelijk vooraan te rijden. Niet dat je er iets aan hebt, 15 seconden later sta je stil voor het volgende stoplicht, een groene golf doen ze hier niet aan. Ook als het verkeer eens iets rustiger is, zeg zondagavond na 21:00, en je hebt overzicht zonder op de limiet van je concentratie te moeten rijden, dan is het verdraaid leuk rijden. Een beetje gas geven, overal tussendoor slingeren, een pizzacoureur zou zich hier uitstekend vermaken. Het kan dus best amusant zijn. Ook staat het verkeer in Saigon bij mij symbool voor ‘regelloosheid’, soms ook in positieve zin. In tegenstelling tot in Nederland kijk ik hier niet constant op mijn snelheidsmeter maar neem ik optimaal deel aan het verkeer, iets waar mijn rijinstructeur nog wel eens commentaar op had. Daarnaast, vaak gaat het ook allemaal wél goed in deze georganiseerde chaos. Daardoor voelt de regelgeving in Nederland een beetje truttig. Veilig, maar wel truttig. Het is een kwestie van een balans vinden maar beiden hebben zo een hun appellerende kanten.

Ondanks al mijn kritiek op de plaatselijke bestuurders is mijn rijstijl ondertussen ook omschreven als die van een Saigonees. Dat was bedoeld als compliment vanwege de soepele manier waarop ik mij door het verkeer bewoog, toch voelde het een beetje als een belediging vanwege mijn eigen opvatting over de rijkunsten van de gemiddelde stadsgenoot. Ik voel me daardoor wel gekwalificeerd genoeg om de zaken die ik noodzakelijk acht in het Saigonese verkeer met u te delen mocht u zelf ooit eens als bestuurder het verkeer van Saigon willen beleven, te weten: ruimtelijk inzicht, een gezonde dosis lef en een uitzonderlijk goede verzekering. Een direct lijntje met boven om de schietgebedjes in realtime beantwoord te krijgen is ook geen overbodige luxe. En als je de tocht door het verkeer dan eenmaal weer hebt overleefd, dan kan je met hernieuwde joie de vivre je storten in alle andere avonturen die Saigon te bieden heeft. En daarover, later meer.

Foto’s